geschreven na maanden van droevig, druilerig, donker weer, dat plots…
Vandaag gebeurde er iets merkwaardigs. Iets ontzagwekkend. Een zeldzaam natuurverschijnsel.
Vanochtend, terwijl de dageraad zijn trage programma draaide, werd de lucht een verbijsterend blauw. Verdwenen was het vertrouwde grijze plafond, met zijn soms statisch, soms zwalkende en jagende tinten grijs. Levendige luchtacrobatiek, toch altijd een geruststellend maar ook fascinerend gezicht.
Maar nu was dat veranderd in een peilloze leegte, een geestloze eenkleurige tint. Blauw.
Spoedig hierna verscheen er vanachter de horizon een fel gloeiende bol. Ik moet bekennen dat ik vluchtte en mij een uur lang verstopte onder de trap, overtuigd dat Het Einde gekomen was. Ik bad, overpeinsde mijn tekortkomingen en herzag mijn bucketlist, 12 pagina’s lang. Maar toen verontrustende gebeurtenissen verder uitbleven, afgezien van mijn onder druk staande blaas, besloot ik de angsten van mij af te zetten en verkaste snel naar het toilet om mij tenminste te ontdoen van één zorg. Vervolgens trok ik de stoute schoenen aan en waagde mij buiten.
Het hing er nog steeds, die bol. Wat hoger dan eerst, gloeiend met een gouden gloed en zonder zichtbare steun of ophanging. Ik kon er tenminste geen enkele ontwaren. Gedurende de dag maakte de bol een beweging van de ene horizon naar de andere, tegenoverliggende einder. Vreemd genoeg gebeurde dit tegen de heersende wind in. Wellicht is dit een natuurlijke gang voor dit verschijnsel, zoals vissen gewoon zijn stroomopwaarts te bewegen of misschien iets als mijn buurman die het fijn vindt om tegen de wind in te fietsen, die rare snuiter.
Overal om mij heen stonden mensen naar het verschijnsel te staren en te wijzen, opgewonden maar opgewekt. Het fenomeen scheen een bijzonder effect op ons allen te hebben, zeker toen het eenmaal niet bedreigend bleek.
Als morgen opnieuw de lucht blauw is en de gouden bol verschijnt, iets wat ik mij eigenlijk nauwelijks voor kan stellen, dan zouden we termen moeten verzinnen voor waar het verscheen en weer verdween, voor de richting en de baan langs het firmament. Iets kort en krachtig, met liefst één lettergreep, zoals voor alle basale waarnemingen en begrippen.
Wat een verwondering, wat een verrassende wereld!
Maar eerlijk, dat lege, peilloze blauw, die oneindigheid blijft een beangstigend iets. Per slot van rekening is de lucht gewoonlijk niet voor niets een geruststellend grijs, toch?