Over SF – 1. Aliens

“SF, is dat niet iets met aliens? En dat lees jij? Dan geloof je zeker ook in UFO’s en Alien Abductions en meer van die onzin…”

door Ton Schevan

Dat zijn drie vragen. De drie antwoorden: Soms. Absoluut. Absoluut niet.

  • Ja, er komen soms aliens voor in SF verhalen, maar vaker niet dan wel. Veel vaker niet dan wel. Niet dat het wat uitmaakt.
  • Absoluut, zeker weten dat ik SF lees. Het is de meest interessante, gevarieerde, onvoorspelbare en soms zelfs diepgravende lectuur die ik ken. Behalve wellicht sommige literaire werken, maar dat lees je doorgaans niet als ontspanning. Goede SF geeft je te denken of zet je verbeelding aan het werk. Meer daarover in een volgend artikel.
  • En nee, ik geloof niet perse in aliens. Tenminste, niet in die zin dat ze voortdurend in UFO’s om de Aarde cirkelen en af en toe naar beneden komen om graancirkels te creëren, mensen te ontvoeren of piloten te treiteren door heel even zichtbaar onmogelijke capriolen uit te halen. Allemaal onzin, absoluut.

Liefhebber van SF zijn heeft weinig tot niets van doen met een ‘geloof in Aliens’ of iets dergelijks. Is een sprookje pas echt een sprookje wanneer er een boze heks of stiefmoeder in voor komt? Denkt een liefhebber en verzamelaar van allerlei sprookjes dat er een boze heks in elk bos schuilt?

SF is een zeer breed genre, waarbij slechts een klein deel gaat over een bedacht universum welke wij met aliens moeten delen. Dat betekent allerminst dat de schrijvers of de lezers van deze boeken ervan overtuigd zijn dat aliens bestaan en zelfs regelmatig in UFO’s ons luchtruim onveilig komen maken.

Sterker nog, ik vermoed dat het percentage UFO-logen onder SF enthousiasten beduidend lager ligt dan het landelijk gemiddelde. Een fervente SF fan heeft over het algemeen een beter begrip van het universum en kan de kans dat hij ooit een Alien op z’n stoep zou kunnen aantreffen. Die kans is nagenoeg nul-komma-nul.

Wat mensen nog wel eens over het hoofd zien is de ‘Science’ in de genrenaam Science Fiction. Ja, het is fictie, net zo als de gemiddelde detective, maar wel gebaseerd op wetenschappelijke ideeën. Het fundament van het verhaal moet betrouwbaar, dat wil zeggen wetenschappelijk onderbouwt, zijn. Zodra daarmee een loopje wordt genomen, dan belandt je de wereld van de Fantasy. En zolang het bestaan van Aliens niet bewezen is, hoe waarschijnlijk je het bestaan van buitenaardsen ook mag vinden, zijn ze hypothetisch. En hypothetische wezens kan je niet als verklaring aanvoeren voor een onverklaard verschijnsel, zoals UFO’s. En omgekeerd, een onverklaard verschijnsel kan je niet als bewijs aanvoeren voor het bestaan van een hypothetische zaak, of Alien.

Maar OK, stel ze bestaan echt. Wat dan?

De zogenaamde Vergelijking van Drake is een formule welke bedacht is om uit te rekenen hoe groot de kans is dat er buitenaards leven ontstaat in ons Melkwegstelsel. Deze formule bestaat uit 7 factoren; van ster-vorming, via ontstaan van leven, tot leven dat in staat is ruimtevaart technologie te ontwikkelen. De juiste waarde van de meeste van deze 7 factoren is vooralsnog geheel onbekend. Het is dus puur gokwerk. Zie ook deze pagina op Wikipedia.

Mocht dat buitenaards leven werkelijk bestaan, dan zijn er nog legio redenen waardoor onderling contact onmogelijk is. Ik noem de twee belangrijkste:

De astronomische tijdschaal van het universum.

De oerknal ligt pakweg 13,4 miljard jaar achter ons. Ons zonnestelsel is ongeveer 5 miljard jaar oud. Hoe het leven zich ook ontwikkelt heeft, pas in de afgelopen 100 jaar zijn er in technologisch opzicht grote sprongen gemaakt en sturen wij sindsdien radiosignalen de ether in. De eerste satelliet werd in 1957 gelanceerd en begon het tijdperk van de ruimtevaart. Misschien dat die radiosignalen over 1000 jaar een andere bewoonde planeet bereiken. Maar helaas, dat was 10.000 jaar te laat omdat die beschaving zichzelf vernietigd heeft. En weer een andere beschaving, 1000 lichtjaar in tegengestelde richting, stuurt een antwoord, maar helaas, 2000 jaar na dato snapt niemand hier daar iets van (mochten wij ons zelf inmiddels niet eveneens vernietigd hebben.) Tweeduizend jaar is een tel, een zucht in de eeuwigheid.

De astronomische afstanden in het heelal.

Het heelal is groot, niet te bevatten zo groot. Als wij de dichtstbijzijnde ster zouden willen bezoeken (Alpha Centauri, welke ongeveer 4,3 lichtjaar van ons verwijderd is) dan moet je daar toch echt even de nodige tijd voor uit trekken. Een lichtjaar is de afstand welke het licht in 1 jaar aflegt. De snelheid van het licht is ca. 300.000km/sec = 1.080.000.000km/uur. Max Verstappen, in zijn F1 bolide met een snelheid van 300km/uur, zou daar 1.080.000.000 / 300 = 3.600.000 keer zolang over doen. Zijn reisduur wordt dan 135.604.800.000uur, oftewel 15.480.000 jaar. En dan moet hij, als bezoekende ‘Alien’, ook nog weer terugreizen.

Je kan natuurlijk van alles en nog wat verzinnen, wat in TV-series en boeken regelmatig gebeurd, zoals Hyperspace, wormgaten en Warp-drive, maar in werkelijkheid is sneller reizen dan het licht niet mogelijk. De natuurkundige wetten die bepalen hoe energie en massa zich gedragen in het universum zijn onwrikbaar.

Dat kan wel zijn, maar die aliens zijn toch vele malen slimmer dan ons? Ze hebben vast wel een manier gevonden om de natuurkundige wetten te omzeilen?

Wat doen die slimme aliens hier dan? Het wemelt van de UFO-meldingen. Allemaal slimme aliens, die in drommen hierheen komen maar tegelijkertijd niet handig genoeg zijn om hun aanwezigheid te verbergen? Of, ook mogelijk natuurlijk, niet het fatsoen hebben om zich eerst netjes voor te stellen voordat ze ons opzichtig gaan begluren? Maar dan ook weer niet zo open en bloot dat wij hen kunnen bestuderen? Wat voor objecten die UFO’s ook mogen zijn (als het al objecten zijn en geen optische illusies), er zijn legio andere verklaringen denkbaar welke vele malen logischer zijn dan bezoekende hypothetische aliens.

Als je de (on)waarschijnlijkheid van (intelligent) buitenaards leven in ogenschouw neemt, dat tevens ruimtevaarttechnologie bezit, en die beschaving zich ontwikkelt in dezelfde tel gedurende de eeuwigheid van het universum, tezamen met de (on)waarschijnlijkheid van het ontwikkelen van interstellair reizen, dan is de kans op een ontmoeting dermate klein dat deze verwaarloosbaar is.

Verhalen over aliens zijn prima. Wat zou er mis aan zijn? Vaak staan ze ook symbool voor een Aardse problematiek. Er zijn op onze wereld genoeg volkeren en culturen welke welhaast als ‘alien’ op ons overkomen. Daarmee om kunnen gaan vraagt inlevingsvermogen, begrip en diplomatiek handelen. En soms is het gewoon een avontuurlijk verhaal, alleen met vreemde wezens die op een ongewone, verrassende wijze reageren en handelen. Onvoorspelbaarheid is voor mij persoonlijk toch wel de voornaamste reden waarom ik SF lees.


In een volgend artikel meer over de veelzijdigheid van SF en waarom het zo interessant is.